Waarom De Peetvader de beste film aller tijden is
- Diep menselijk verhaal van familie, macht en morele compromissen
- Don Vito en Michael Corleone blijven tijdloze personages in de cinema
- Deel III heeft nooit emotioneel geresoneerd zoals de eerste twee meesterwerken
Een film waar ik steeds weer naar terugkeer
Ik ben de tel kwijt van hoe vaak ik De Peetvader heb gekeken. Het is nu ruim boven de vijftig. En toch, elke keer dat die trompet intro speelt, word ik erin gezogen alsof het mijn eerste keer kijken is. Het is meer dan een film voor mij. Het is een plek, een stemming, een meditatie over familie, eer en de stille, sluipende kosten van macht.
Ik heb altijd van gangsterfilms gehouden. Goodfellas is spannend. Scarface is iconisch. The Sopranos is briljante televisie. Maar geen van hen voelt zoals De Peetvader. Deze film vermaakt niet alleen; hij dompelt onder, spookt en blijft hangen. Hij schreeuwt niet; hij fluistert waarheden over loyaliteit, identiteit en lot totdat ze in je botten trekken.
Don Vito: de stille morele kern
Wat De Peetvader uniek maakt is hoeveel hart hij heeft, en veel daarvan komt van Don Vito Corleone. Marlon Brando speelt hem niet als een tiran, maar als een diep principiële man belast met verantwoordelijkheid. Hij is kalm, eerlijk, zelfs vriendelijk, maar alleen binnen de regels van zijn wereld.
Een man die geen tijd doorbrengt met zijn familie kan nooit een echte man zijn
— Don Vito Corleone
Hij zoekt geen geweld. Hij vreest wat zijn leven eist. En die tegenstrijdigheid, de vreedzame don in een gewelddadige wereld, is waarom hij zo echt voelt voor mij. Hij doet me denken aan oudere mannen in mijn familie: stil, wijs, niet opschepperig, maar dragend het gewicht van andermans toekomst.
Michael: de langzame afdaling
Michael’s reis echter is de ziel van de film. In het begin is hij de buitenstaander: de student, de oorlogsheld, degene die zegt: “Dat is mijn familie, Kay. Dat ben ik niet.” Maar wanneer Apollonia sterft, breekt er iets. Het is alsof zijn liefde met haar stierf, en wat overblijft is staal.
Elke keer dat ik die laatste scène opnieuw bekijk, hem liegend tegen Kay, de deur sluitend terwijl zijn capo’s zijn hand kussen, voel ik zowel ontzag als verdriet. Hij won. Hij werd Don. Maar tegen welke prijs?
Slaagde hij? Dat is de vraag die me doet terugkeren. Hij hield de familie aan de macht, maar hij verloor zichzelf. Hij erfde niet alleen zijn vaders imperium; hij erfde zijn eenzaamheid.
Waarom ik nooit van deel III kon houden
Delen I en II zijn perfect voor mij. Ze vormen een complete boog, een oorsprongsverhaal en een Griekse tragedie in één. Deel III probeert Michael verlossing te geven, maar voor mij was de schade al aangericht. Het voelde losgekoppeld, emotioneel gedempt en narratief ongelijk. Misschien als Robert Duvall was teruggekeerd, of als Winona Ryder Mary had gespeeld in plaats van Sofia Coppola, zou het anders zijn aangekomen.
Maar op een manier ben ik blij dat ik niet van Deel III houd. De eerste twee films staan als onaantastbaar. Deel III herinnert me er alleen aan hoe hoog de lat lag.
Het is niet alleen een film, het is een spiegel
De Peetvader laat me reflecteren, niet alleen over macht of loyaliteit, maar over de erfenis die we achterlaten. Wie zijn we wanneer de wereld ons dwingt? Wat offeren we op om degenen te beschermen van wie we houden? Wat gebeurt er wanneer we het ding worden dat we zworen nooit te zullen zijn?
Deze vragen volgen me na elke herziening. En misschien is dat waarom ik nooit zal stoppen met kijken. Het is een film die met me meegroeit, nieuwe schakeringen onthult naarmate ik verander, en me er altijd aan herinnert dat grootsheid niet komt van spektakel, maar van ziel.
In mijn hart is De Peetvader niet alleen de beste film ooit gemaakt. Het is degene die me het beste kent.
Hij verdient zijn legendarische status
Soms zie ik een topfilmlijst en rol ik met mijn ogen. Rankings zijn subjectief, vaak politiek, of gewoon trendgedreven. Maar wanneer ik De Peetvader op nummer één zie, voelt het juist. Het is geen hype of nostalgie; het is verdiend.
Het vakmanschap is onberispelijk. De cinematografie voelt als klassieke schilderkunst. De dialoog, zelfs gefluisterd, snijdt diep. De prestaties imponeren niet alleen; ze nestelen zich in de cultuur. Hoeveel films zijn zo quoteerbaar en zo diepgaand?
Wat het het meest verheft echter is zijn balans. Het is spannend maar meditatief. Gewelddadig maar introspectief. Operaachtig maar intiem. Het heeft geen CGI of high-concept trucs nodig. Gewoon verhaal, karakter en ziel.
Dus ja, hij verdient zijn hoge rating. Niet omdat critici het zeggen, maar omdat hij leeft in de geesten en harten van degenen die hem bekijken. Opnieuw. En opnieuw. En opnieuw.